11 maart

HR tikt Belastingdienst op de vingers met schenkbelastingzaak

Bij verkoop van een woning met gedeeltelijke kwijtschelding van de koopprijs, gaat de Belastingdienst ervan uit dat een deel van de woning wordt geschonken. Dit onjuiste standpunt is nu door de Hoge Raad onderuit gehaald. “Een opluchting voor het notariaat en daar ben ik heel blij om”, aldus Hans Stubbé, hoogleraar notariële belastingen aan de UvA en partner bij FBN juristen.

Op vrijdag 26 februari 2016 besliste de Hoge Raad dat bij verkoop van een woning tegen de waarde in het economisch verkeer, waarbij een deel van de koopsom wordt kwijtgescholden, de WOZ-waarde van de woning voor bepaling van het schenkingsbedrag geen enkele rol speelt. Het object van de schenking is namelijk niet de woning, maar de kwijtschelding van een deel van de koopprijs.

Onjuist standpunt

De Belastingdienst gaat er echter – naar nu blijkt ten onrechte – vanuit dat bij kwijtschelding een deel van de woning is geschonken. Om de waarde van die schenking te bepalen is de WOZ-waarde leidend. Dit onjuiste standpunt werd in 2011 al opgemerkt in de notariële praktijk. Dat is niet verwonderlijk, gezien de afgelopen kredietcrisis waardoor al enkele jaren de waarde van onroerend goed lager is dan de WOZ-waarde.

Stubbé die regelmatig deze problematiek aan de kaak stelde, legt de gevolgen ervan als volgt uit: “Stel ik verkoop aan mijn dochter of aan iemand in mijn vriendenkring een woning tegen de getaxeerde waarde (waarde economisch verkeer) van € 200.000. Van een schenking is geen sprake omdat verarming en verrijking ontbreken. De WOZ-waarde van de woning is op dat moment € 230.000. Tegelijkertijd met de verkoop scheld ik € 20.000 van de koopprijs kwijt, zodat ik € 180.000 ontvang. Die kwijtschelding is een schenking. Om de waarde van die schenking te bepalen hanteert de Belastingdienst echter het standpunt dat een deel van de woning is geschonken en dan is de WOZ-waarde beslissend! Een eventuele vrijstelling buiten beschouwing latend, komt het geschonken bedrag dan uit op € 50.000 (€ 230.000 – € 180.000). De Hoge Raad zegt nu dat voor de schenking de waarde van de kwijtschelding in aanmerking moet worden genomen, in casu dus € 20.000.”

Belastingplichtigen de dupe

Veel belastingplichtigen die afgelopen jaren gebruik hebben gemaakt van de constructie om tegelijkertijd met de verkoop van hun woning een deel of de volledige koopsom kwijt te schelden, zijn geraakt door het ‘onjuiste’ standpunt van de Belastingdienst en hebben teveel schenkbelasting betaald. Een standpunt overigens dat door diverse rechters en zelfs door de Advocaat-Generaal bij de Hoge Raad is onderschreven.

In de notariële praktijk komen deze constructies met verkoop van onroerend goed en (gedeeltelijke) kwijtschelding van de koopsom volgens Stubbé veelvuldig voor. Het arrest is binnen het notariaat, maar ook voor de fiscale praktijk dan ook een opsteker. “Het is niet zo dat de overheid nu enorme bedragen misloopt en op het moment dat de WOZ-waarde van het onroerend goed in de pas loopt met de waarde in het economisch verkeer speelt de hele problematiek niet meer. Belastingplichtigen van wie de aanslag schenkbelasting nog niet onherroepelijk vaststaat, doen er wel verstandig aan om met het arrest van de Hoge Raad in de hand, bezwaar te maken.”

Samenloopregeling met overdrachtsbelasting

Hoe de Belastingdienst een zo onjuist standpunt heeft kunnen hanteren, laat zich raden. Stubbé: “In de praktijk wordt bij verkoop van een onroerende zaak met een kwijtschelding een beroep gedaan op een anti-samenloopregeling in de Successiewet, waardoor verrekening mogelijk is van de overdrachtsbelasting met de schenkbelasting. Dit beroep van de belastingplichtige op deze samenloopregeling heeft de inspecteur waarschijnlijk tot het uitgangspunt gebracht dat men in feite hiermee zelf aangeeft een deel van de woning te schenken. En dan geldt in zijn visie ook dat bij schenking van een (deel van een) woning de fictiebepaling van toepassing is dat voor het belastbare schenkingsbedrag de WOZ-waarde bepalend is en niet de waarde in het economisch verkeer. “

Stubbé vervolgt: “De Hoge Raad heeft nu duidelijk aangegeven dat men met het (gedeeltelijk) kwijtschelden van de koopsom niet (een deel van de) woning schenkt. Dat de Hoge Raad niettemin de anti-samenloopregeling met de overdrachtsbelasting van toepassing acht, is terecht. Het is immers al sinds jaar en dag beleid dat deze regeling ook geldt bij verkoop van een woning onder gelijktijdige kwijtschelding van (een deel van) de koopsom. In het verleden kwam het in de praktijk niet voor dat een woning werd geschonken. Dat werd steeds gegoten in de vorm van een verkoop met een kwijtschelding en daarbij werd de anti-samenloopregeling van toepassing geacht.”

Bron: Tax Live